De cheeta is geliefd als huisdier, vooral vanuit het Midden-Oosten is de vraag groot. Dat zorgt ervoor dat dit dier in Oost Afrika uit het wild wordt geroofd en vervolgens wordt vervoerd naar veelal Yemen. Vanuit hier volgt transport naar de Golfstaten. Zo’n 2/3 van deze dieren haalt de eindbestemming niet. Als ze die wel halen, slijten ze de rest van hun leven in een ver oord en zijn ze overgeleverd aan de grillen van hun ‘eigenaren’.
Recent werd nieuw onderzoek gepubliceerd waaruit duidelijk wordt hoe groot deze handel nu precies is. Tussen 2010 en 2019 werden 1884 incidenten gemeld waarbij maar liefst 4184 cheeta’s betrokken zouden zijn (87,1% levende dieren). Saoedi-Arabië, de Verenigde Arabische Emiraten en Kuwait zijn de drie landen waar de meeste incidenten gemeld worden. Niet zo vreemd; hier is een grote vraag naar cheeta welpen als ‘huisdier’. De dieren worden vooral online verhandeld, 75% gaat via Instagram. De onderzoekster, Patricia Tricorache, hoopt dat door dit onderzoek er meer aandacht komt voor deze handel binnen CITES.
Het gaat niet goed met de cheeta. Naar schatting leven er wereldwijd nog maar zo’n 7100 cheeta’s in het wild. Een subpopulatie leeft in de Hoorn van Afrika; de aantallen worden op zo’n 300 geschat. En juist deze populatie dreigt te bezwijken onder de illegale handel. Toch is er relatief weinig aandacht voor bijvoorbeeld in CITES. Deze internationale organisatie waarbij praktisch alle landen van de wereld zijn aangesloten (waaronder Nederland) is een internationale overeenkomst over de handel in dieren en planten. Het heeft als doel de handel in beschermde dier- en plantensoorten in kaart te brengen.
Tijdens de laatste CITES top (2019) veegden landen uit het Midden-Oosten de illegale handel in cheeta’s van tafel. Ze gaven aan dat deze wel meeviel en trokken bestaande onderzoeken in twijfel omdat deze niet objectief zouden zijn. Bovendien ontkenden zij dat er in hun landen cheeta’s op grote schaal verhandeld werden. Een en ander leidde ertoe dat voorstellen van Yemen, Kenia en Ethiopië (vanuit deze landen worden de cheeta’s vooral weggeroofd) om meer te doen aan deze handel, niet werden aangenomen. Een en ander werd gedelegeerd naar een nog op te richten Big Cat Task Force. En hoewel natuurorganisaties, waaronder SPOTS, op zich blij zijn met zo’n Task Force, vallen daar alle grote katten onder. En de ervaring leert (helaas) dat de cheeta altijd minder prioriteit heeft als tijgers, jaguars en leeuwen. De vrees is aldus dat de illegale handel onverminderd doorgaat met als zeer waarschijnlijk gevolg dat de cheeta’s uit de Hoorn van Afrika uitsterven. Waardoor de handel zich zeer waarschijnlijk gaat uitbreiden naar andere landen in Afrika. Er dat is funest voor dit al met uitsterven bedreigde diersoort.
SPOTS zet zich vanuit Nederland in op dit onderwerp. Via het Ministerie van LNV (die in Nederland verantwoordelijk is voor CITES beleid) proberen wij de cheeta weer op de CITES agenda te krijgen. Lees meer over ons lobby werk hier.
Foto: een cheeta in Somaliland welke onderschept is uit de illegale handel. Vaak zijn deze dieren er zeer slecht aan toe en overlijden ze daags na de inbeslagname.