Minder dan 150 Maleise tijgers zijn er nog over in hun leefgebied op het schiereiland Maleisië. Stroperij om te voorzien in een illegale handel in hun lichaamsdelen vormt een grote bedreiging voor het voortbestaan van deze ernstig bedreigde ondersoort van de tijger, Panthera tigris jacksoni. Een nieuwe studie beschrijft een verband tussen mensenhandel en illegale handel in dit dier. Vietnamese migrantenarbeiders in Maleisië, die schulden hebben bij hun werkgevers, wenden zich vaak tot de illegale handel in wilde dieren, terwijl netwerkbeheerders en kapiteins van schepen vissersboten gebruiken om tijgerdelen naar Vietnam te smokkelen.
Tijgerhuiden, botten en andere lichaamsdelen worden verhandeld voor traditionele medicijnen en ornamenten. Botten zijn vooral gewild voor onbewezen behandelingen van aandoeningen zoals gewrichtspijn, epilepsie en problemen met seksuele prestaties. Handel in tijgers gedreven door dit gedeelte van traditionele medicijnen, is een van de belangrijkste redenen waarom de tijger zo sterk in aantallen is afgenomen. Wereldwijd leven er naar schatting nog maar zo’n 5550 tijgers wereldwijd.
Om de illegale handel in Maleisische tijgers tegen te gaan, pleiten de onderzoekers voor strengere straffen voor handelaren, het afschrikken van stropers door middel van duidelijke communicatie en het voorrang geven aan belangrijke kustgemeenschappen in beide landen bij interventies die gericht zijn op het aanpakken van grensoverschrijdende criminaliteit en het afschrikken van economisch kwetsbare mensen die zich bij de handel aansluiten.
Lees het hele artikel hier.
Foto: Two Malayan tigers captured on a camera trap in Malaysia’s Kenyir-Taman Negara Core Area. Image courtesy of Panthera Malaysia/ DWNP.