Leeuwen hebben voor de allereerste keer een IUCN Groene Status Beoordeling ontvangen en de resultaten zijn ontnuchterend. Leeuwen worden in deze beoordeling geclassificeerd als ‘Largely Depleted’ (grofweg vertaald als ‘grotendeels uitgeput’) met een soortherstelscore van slechts 30%.
In de beoordeling staat dat leeuwen nog slechts voorkomen in een fractie van hun historische leefgebied en nog steeds sterk afhankelijk zijn van voortdurende beschermingsinspanningen. In de beoordeling staat ook dat dankzij natuurinspanningen, verdere achteruitgang is voorkomen maar dat de toekomst van de leeuw zeer onzeker is. Er wordt opgeroepen voor voortdurende en intensievere beschermingsmaatregelen.
Hoewel wij als SPOTS blij zijn dat steeds meer onderzoekers uitspreken dat het zeer slecht gaat met de leeuw, blijven wij van mening dat er meer gedaan moet worden dan alleen maar nog meer geld pompen in natuurbescherming. Zo zou het in onze ogen van enorm belang zijn om de leeuw beter te beschermen middels CITES verdragen.
De leeuw zou beter beschermd moeten worden in CITES verdragen
De leeuw staat nu op CITES Appendix II. Dat betekent dat handel in dit dier is toegestaan. De leeuw is daarmee een van de weinige grote katachtigen die niet tot in de hoogst graad beschermd is door plaatsing op Appendix I. Wij spannen ons al jaren in voor zo’n hogere plaatsing. In 2019 diende Dion Graus van PVV hiertoe een Tweede Kamer motie in die ook werd aangenomen. Maar de hogere plaatsing werd afgewezen omdat er niet voldaan zou worden aan de criteria van plaatsing op Appendix I. Die criteria zijn o.a. dat handel het voortbestaan van het dier moeten bedreigen. Alsook dat er een gedocumenteerde achteruitgang van meer dan 50% over drie generaties is. Daar zou bij de leeuw niet aan voldaan worden.
De recente IUCN classificatie voor de leeuw stelt dat tussen 2006 en 2018, het aantal leeuwen is afgenomen met zo’n 25%. Hierin wordt ook gesteld dat het erop lijkt dat de aantallen leeuwen in Zuidelijk Afrika toenemen. Wij zetten daar onze vraagtekens bij. Het is duidelijk dat de meeste Afrikaanse landen geen idee hebben hoeveel leeuwen er in hun land leven. Er zijn geen recente onderzoeken namelijk waarop zo’n uitspraak gebaseerd kan worden. In de weinige landen waar wel een recent onderzoek naar aantallen leeuwen is uitgevoerd, zoals in Namibië (2023) blijkt dat het aantal leeuwen stukken lager ligt dan voorheen altijd gesteld. Zo leven er in Namibië naar schatting minder dan 500 leeuwen terwijl altijd werd gesteld dat de aantallen tussen de 900-1000 zouden liggen.
Ook voor wat betreft het handelscriteria vinden wij dat duidelijk is dat legale en illegale handel wel degelijk een grote impact heeft op de leeuw. Zo is in divers onderzoek waaronder deze duidelijk geworden dat de leeuw wellicht het meest verhandelde dier is in zowel legale en illegale handel. Mede gedreven omdat dit dier gebruikt wordt als vervanger van de tijger in traditionele (Chinese) medicijnen. Door de lagere CITES plaatsing is handel in de leeuw ook gemakkelijker.
Kortom. Wij blijven ons verbazen over de ‘dweilen met de kraan open’ houding ten opzichte van de leeuw. Ja, het dier moet blijvend beschermd worden mede door projecten die zich voor dit dier inspannen. Maar wellicht nog van groter belang is het dier beter beschermen middels internationale verdragen zoals CITES. Het is meer dan duidelijk dat de aantallen leeuwen in rap tempo afnemen. Geschat aantal is nu dat er nog slechts zo’n 20.000 leeuwen over zijn. Doordat het dier al onder enorme druk staat door afname van leefgebied en het conflict met mensen dat hierdoor ontstaat, kan het dier additionele druk door handel er niet bij hebben. Plaatsing op Appendix I zou het dier, althans in theorie, hier tegen beter kunnen beschermen.
Eind dit jaar is de driejaarlijkse CITES bijeenkomst waarbij praktisch alle landen van de wereld bij elkaar komen om te praten over handel in bedreigde soorten. Wij hebben recent onze input hiervoor gegeven aan het verantwoordelijke Ministerie in Nederland alsook aan de Europese Commissie waarbij we wederom pleiten voor plaatsing van de leeuw op Appendix I.