Het Ministerie van Bosbouw, Visserij en Milieu (DFFE) in Zuid-Afrika heeft een plan vrijgegeven waarbij ze voorstellen doet om de biodiversiteit van Zuid-Afrika te koppelen aan economische initiatieven. Een veelgehoorde term in Afrika is; ‘when it pays, it stays‘ (groffe vertaling; als iets geld oplevert, heeft het bestaanswaarde).
Het plan, the National Biodiversity Economy Strategy (NBES), staat bol van initiatieven waarbij het er om draait om de lokale bevolking mee te laten profiteren van de economische waarde van natuur. De Overheid van Zuid-Afrika refereert hierbij naar het Global Biodiversity Framework (GBF) welke in 2022 werd gesloten in Kunming-Montreal. In het uiteindelijke afgesloten Kunming-Montreal verdrag wordt o.a. gesteld dat handel in wilde dieren en planten een cruciaal onderdeel kan zijn van de economie van een land. Aldus het verdrag: ‘wanneer handel duurzaam, legaal en traceerbaar is, kan het een sleutelelement zijn voor het behoud van de biodiversiteit en de ecosysteemdiensten ervan, terwijl het de bestaansmiddelen van lokale gemeenschappen ondersteunt“.
Plan zet in op uitbreiding natuur maar dit moet wel geld opleveren
In de NBES stelt het Ministerie voor om de huidige beschermde gebieden te laten groeien van 20 miljoen hectare naar 34 miljoen hectare in 2040; een gebied gelijk aan zeven Kruger Nationale Parken. In het plan worden vijf megalandschappen voorgesteld. Deze nieuwe landschappen moeten vervolgens economische opbrengsten geven die vooral lokale gemeenschappen ten goede moeten komen. Termen hiervoor zijn ‘consumptive use’ en ‘sustainable use’.
Er worden tal van initiatieven voorgesteld bijvoorbeeld;
- Er moeten meer Big Five-dieren (leeuw, luipaard, buffel, neushoorn en olifant) beschikbaar komen welke o.a. inzetbaar zijn voor ecotoerisme en trofeejacht, vooral in gebieden die eigendom zijn van de lokale gemeenschappen zodat zij direct profiteren van de inkomsten;
- Introduceren van plains game (oa antilopes en gazellen) in gebied van lokale gemeenschappen; dit zou o.a. moeten leiden tot meer bestaanszekerheid (voedsel);
- Meer inzet op bioprospectie; het systematisch zoeken naar organismen – zoals planten, dieren en micro-organismen – waaruit nieuwe geneesmiddelen, bio chemicaliën en andere commercieel waardevolle stoffen kunnen worden verkregen;
- Meer inzet/verbeterde commercie op gebruik van inheemse planten en insecten als voedsel. Zo wordt o.a. schaalvergroting van deze sector voorgesteld alsook marketing instrumenten om deze sector landelijk te vergroten.
Ook inzet op traditionele medicijnen
Het plan gaat ook uitgebreid in op traditionele medicijnen en hoe hier geld mee te verdienen. Het traditionele oogsten van planten en dieren uit het wild wordt op grote schaal beoefend in Zuid-Afrika, zo stelt het plan, en is belangrijk als onderdeel van de informele plattelandseconomie. Veel inheemse planten en diersoorten hebben traditionele medicinale toepassingen en velen hebben ook een belangrijke spirituele betekenis, aldus het plan. Vandaar dat het Ministerie meer wil inzetten op professionalisering en op het meer winstgevend maken van de productie van o.a. traditionele geneeskrachtige planten. Zo zouden er kweekcentra moeten komen om deze planten te kweken.
Het plan stelt ook de ontwikkeling van een strategie voor waarbij een afzetmarkt gecreëerd moet worden voor gereguleerde binnenlandse handel in gewilde lichaamsdelen en derivaten van wilde dieren; ze benoemt hierbij als voorbeeld ivoor van olifanten en hoorn van neushoorns. Als voorbeeld wordt genoemd het opzetten van gezondheidsklinieken waar gezondheidstoeristen uit het Verre Oosten therapieën kunnen gebruiken zoals medicijnen met hoorn van neushoorn.
Plan leidt tot heftige discussies
Wat altijd jammer is te zien, bij publicaties van dit soort plannen, is dat er in de natuurbescherming vooral ivoren torens lijken te bestaan. En een onvermogen van deze torens om met elkaar het gesprek aan te gaan. Dat wordt nu ook weer duidelijk. Aan de ene kant heb je een groep mensen die faliekant tegen het plan zijn. Volgens vele dierbeschermingsorganisaties is het hele plan erop gericht om wildlife ‘te commercialiseren’. Een reactie is hier te lezen.
Aan de andere kant is er de groep die zich de echte natuurbeschermers noemen. Zij stellen zich vaak op het standpunt dat de natuur, en dus ook wilde dieren, alleen kans op voortbestaan hebben als ze geld opleveren. Een reactie van hen lees je hier.
Beide groepen verschansen zich in hun waarheid en geen enkel argument van de tegenpartij wordt aangenomen. En dat is jammer. Want geen enkele partij heeft het volledige gelijk of recht aan zijn of haar kant.
Ook SPOTS levert input op het plan
Als SPOTS hebben wij in ieder geval grote bedenkingen ten aanzien van het plan van Zuid-Afrika om gezondheidstoerisme te willen gaan promoten waarbij delen van bedreigde dieren gebruikt worden. Zoals hoorn van neushoorns. Wij denken dat door promotie van dit soort ‘medicijnen’ de vraag alleen maar zal toenemen wat zal leiden tot een nog grotere (illegale) handel. De vraag vanuit traditionele medicijnen (en dan vooral traditionele Chinese medicijnen, TCM) naar specifieke wilde dieren, leidt nu al tot een enorme illegale handel. Die menig dier onder grote druk zetten. Wij maakten dat recent nog duidelijk in onze studie. Een promotie van dit soort medicijnen vinden wij dus roekeloos. Wij hebben onze zorgen hierover gemaild naar het verantwoordelijke Ministerie (DFFE).
Iedere geïnteresseerde kan tot 5 april opmerkingen en/of bezwaren op het plan, insturen. De link naar het plan is hier te vinden. Mail met opmerkingen kan gestuurd worden naar nmagagula@dffe.gov.za en llevendal@dffe.gov.za
Afbeelding: schematische voorstelling voor het creëren van megalandschappen en de mogelijke inkomsten hieruit. Bron: Daily Maverick