Wat maakt een kat een kat?

Hoewel uiterlijk allemaal anders, zie je direct: dit zijn allemaal katten.

Katachtigen zijn echte vleeseters. Dit betekent dat het darmgestel kort is. Het is alleen geschikt voor het verteren van dierlijk voedsel. Nagenoeg de hele prooi wordt door katachtigen opgegeten. De enige uitzondering zijn botten van grote prooien.

De enige niet-dierlijke  voeding die een katachtige in het wild toch binnenkrijgt, is de al enigszins verteerde darm- en maaginhoud van de gevangen prooi. De prooien van katachtigen zijn over het algemeen planteneters. Doordat de kat vooral kleine prooien met huid en haar verslindt, komen zo de half verteerde plantenresten in de maag van de kat terecht. De voorverteerde plantenresten bevatten essentiële voedingsstoffen die een kat niet op andere wijze kan verkrijgen.

Het gebit van katachtigen is voorzien van zogenaamde knipkiezen aan beide kanten van de bek. Hiermee wordt het vlees als het ware van de prooi ‘afgeknipt’.

Indeling in het dierenrijk (taxonomie)

Het onderstaande geldt voor alle katachtigen.

Rijk: Animalia  (dierenrijk)
Stam: Chordata  (gewervelden)
Klasse: Mammalia  (zoogdieren)
Orde: Carnivora  (vleeseters)
Familie: Felidae  (katachtigen)

Soorten en ondersoorten

De familie van katachtigen (Felidae)  is onderverdeeld in 14 geslachten. Sommige katten zijn dus nauw aan elkaar verwant. Bovenstaande plaatje is niet compleet maar geeft wel een idee. Je ziet bijvoorbeeld dat de leeuw, luipaard, jaguar, tijger, sneeuwluipaard en nevelpanter, tot hetzelfde geslacht behoren (Panthera).

• De geslachten zijn onderverdeeld in soorten. De wetenschappelijke naam van een soort wordt aangeduid met twee naamdelen: eerst de geslachtnaam en dan de soortnaam.
• De soorten kunnen zijn onderverdeeld in ondersoorten. De wetenschappelijke naam van een ondersoort wordt aangeduid met drie naamdelen: eerst de geslachtnaam, dan de soortnaam en dan de ondersoortnaam.

Alleen de geslachtsnaam wordt met een hoofdletter geschreven..
Bijvoorbeeld de cheeta in Iran (Acinonyx jubatus venaticus);

• Acinonyx jubatus   →   Cheeta als algemene soort:
  Acinonyx is dan de geslachtsnaam en jubatus de soortnaam.
• Acinonyx jubatus venaticus  →   achter de soortnaam volgt soms nog een derde naam die de ondersoort aangeeft; in dit geval venaticus. Hiermee wordt de cheeta ondersoort bedoelt die specifiek in Azië (Iran) leeft.