De Sundalandpanter is een nevelpanter die zijn naam dankt aan de Indonesische eilandengroep Sunda. Toen begin 2007 bekend werd gemaakt dat deze panter echt een aparte soort is, kreeg deze de naam Sundalandpanter (ook wel Sundalandnevelpanter). Net als de nevelpanter van het vaste land (N.nebulosa) houdt deze kleine panter zich schuil in de tropische bossen van de genoemde eilanden. De Sundalandpanter is een ‘umbrella species’ ¹. Deze soort werd tot 2007 als ondersoort van de nevelpanter van het vaste land gezien. De Sundalandpanter behoort samen met de nevelpanter tot het geslacht Neofelis.
Neofelis diardi.
Toen minimaal 75.000 jaar geleden de supervulkaan Toba op het eiland Sumatra tot uitbarsting kwam, werd de gehele nevelpanterpopulatie opgesplitst. De panters op het vaste land ontwikkelden zich verder terwijl de panters aan de andere kant van de geografische splitsing dat ook deden. Dit leidde tot twee soorten: de nevelpanter op het vaste land (Neofelis nebulosa) en Sundalandpanter op de Sundaeilanden (Neofelis diardi).
Tijdens het onderzoek dat tot deze ontdekking leidde, werd DNA onderzocht van vachten, schedels, klauwen en botten die wereldwijd in musea al ruim een eeuw aanwezig waren evenals DNA van uitwerpselen uit het ‘Sundagebied’. Doordat de zeespiegel steeg, viel werd het landgebied, dat na de vulkaanuitbarsting van het vaste land was gescheiden, verder uiteen. Landbruggen verdwenen en Sumatra en Borneo raakten los van elkaar. Zo ontstonden de genetische verschillen tussen de Sundalandpanter op het huidige Sumatra (incl, de Batueilanden en mogelijk ook nog op Java) en die op Borneo (Maleisië en Saba).
De Sundalandpanters zijn kleiner dan de nevelpanter op het vaste land. De vacht van de Sundalandpanters lijkt op het eerste gezicht precies hetzelfde. Het vachtpatroon verschilt echter; de Sundalandpanters vertonen meer aparte vlekken in de grote wolkachtige patronen. Een ander verschil vormen de hoektanden. Viel de nevelpanter van het vaste land al op door de lange hoektanden, die van de Sundalandpanters zijn nog iets langer.
De schedel van de Sundalandpanter van Sumatra heeft een wijdere neusopening in verhouding tot de breedte van de snuit dan bij de Sundalandpanter van Borneo het geval is.
De Sundalandpanters komen voor in de regenwouden van Sumatra (incl. de Batueilanden en wellicht ook nog op Java) en het eiland Borneo (Maleisië en Saba).
Hoogte:
Onbekend.
Net als de nevelpanter van het vaste land leven ook Sundalandpanters een teruggetrokken bestaan en er is weinig over hen bekend. Wel bekend is dat ook deze panters voornamelijk ’s nachts actief zijn. In tegenstelling tot de nevelpanter van het vaste land, die veel tijd in bomen doorbrengt, begeven Sunda’s zich veel vaker op de grond. Net als de nevelpanters van het vaste land zijn ook de Sundalandpanters uitstekende klimmers, uitgerust met dezelfde korte, flexibele, grote poten met scherpe klauwen. Ook Sundalandpanters spinnen.
Of de voortplanting en het opgroeien van de jongen hetzelfde verloopt als bij de nevelpanter van het vaste land moet nog uit onderzoek blijken.
Sinds januari 2011 is officieel bekend dat de Sundalandpanters door twee ondersoorten wordt vertegenwoordigd, al werd dit begin 2007 al vermoed. Dit betekent dat ook de fokprogramma’s moeten worden bijgesteld. Voorkomen moet worden dat verschillende ondersoorten met elkaar worden gekruist.
In hoeverre de prooi van de Sundalandpanters verschilt van die van de nevelpanter van het vaste land moet nog blijken.
IUCN Rode Lijst: Vulnerable (kwetsbaar).
CITES Appendix: I.
Dit betekent dat het om een diersoort gaat die met uitsterven wordt bedreigd. Handel in deze diersoort is niet toegestaan (slechts in zeer uitzonderlijke gevallen).
Geschat aantal: totaal ca. 4.500.
Uit een aantal onderzoeken blijkt dat de populatiedichtheid op beide eilanden nogal verschilt:
Net als bij de nevelpanter van het vaste land is de grootste bedreiging het verlies van leefgebied door ontbossing. Omdat Sunda’s meer verspreid in hun leefgebied leven dan de nevelpanter van het vaste land is er ook meer leefgebied nodig om voldoende territoria te kunnen herbergen. Juist vanwege deze eigenschap vormt de ontbossing op deze eilanden een grote bedreiging. Uit onderzoek blijkt dat gebieden waar matige houtkap plaatsvindt wel door Sundapanters wordt gebruikt. Het hart van Borneo is uitgeroepen tot BioHotspot en is officieel beschermd. In de praktijk blijkt dit echter heel moeilijk (stroperij en oprukkende palmplantages).
Klik hier voor een overzicht.
Wil je een spreekbeurt over de ocelot?
Klik hier voor ons spreekbeurtmateriaal dat je direct kunt downloaden.
De wilde katachtigen staan op punt van uitsterven. Dat mogen we niet laten gebeuren. We willen immers een wereld waar generaties na ons nog kunnen genieten van deze prachtige dieren. Help ons en word donateur, adoptieouder of doe een eenmalige gift.
In 2021 begonnen wij met ons nieuwe project ‘kleine kattensoort’. De gedachte
Contactgegevens
L.P. Van Mallandstraat 46
4754 AP Stampersgat
Telefoon: 06-4094 7232
E-mail: info@stichtingspots.nl