De Sundalandpanter (Sundaland nevelpanter), de naam zegt het al, komt voor in Sundaland. Hiertoe behoren o.a. de eilanden Sumatra en Borneo (verdeeld over de landen Maleisië, Indonesië en Brunei). De Sundalandpanter is pas sinds 2007 erkend als een aparte soort. Daarvoor dachten onderzoekers dat nevelpanters levend op het vasteland en op Sundaland, tot één soort behoorden. De naam (nevelpanter) dankt dit dier aan zijn prachtige op wolken of nevel lijkende vlekken op zijn vacht. Helaas is deze prachtige vacht ook een reden waarom dit dier illegaal bejaagd wordt.
Net als de nevelpanter van het vaste land houdt de Sundalandpanter zich schuil in de tropische bossen. Hoewel er verschillen zijn tussen beide soorten, zijn er ook veel overeenkomsten. Zo breken wetenschappers nog steeds hun hoofd over beide dieren. Ze kunnen namelijk spinnen en niet brullen en hierdoor zouden ze tot de kleine katten gerekend moeten worden. Toch worden ze tot de grote katten gerekend.
Neofelis diardi.
Toen minimaal 75.000 jaar geleden de supervulkaan Toba op het eiland Sumatra tot uitbarsting kwam, werd de gehele nevelpanterpopulatie opgesplitst. Elke groep paste zich aan hun eigen omstandigheden aan. Dit leidde tot twee soorten: de nevelpanter op het vaste land en de Sundaland(nevel)panter op de Sunda eilanden.
Nader onderzoek (2011) maakte vervolgens duidelijk dat ook tussen de Sundalandpanters onderling, verschillen waren. Er worden daarom twee ondersoorten erkend. De schedel van de Sundalandpanter van Sumatra heeft bijvoorbeeld een wijdere neusopening in verhouding tot de breedte van de snuit dan bij de Sundalandpanter van Borneo het geval is.
De Sundaland(nevel)panter is een middelgrote katachtige.
Hoewel er verschillen zijn tussen de Sundaland(nevel)panters en nevelpanters van het vaste land, zijn er ook veel overeenkomsten. De dieren hebben in verhouding tot hun kop, erg lange hoektanden; van alle katachtigen de langste hoektanden. Om tijdens het klimmen en het bewegen in boomtoppen zijn evenwicht te bewaren, gebruikt hij zijn lange staart als evenwichtsstok. Zijn stevige lichaamsbouw, korte flexibele poten en scherpe klauwen helpen ook bij het bomenklimmen. De enkelgewrichten zijn erg soepel, zo kunnen ze ondersteboven, dus met de kop eerst, naar beneden klimmen.
Hun vacht kenmerkt zich door wolkenachtige vlekken; vandaar de naam nevelpanter.
Verschillen met nevelpanters van het vaste land
De Sundalandpanters zijn kleiner dan de nevelpanter op het vaste land. De vacht van beide soorten lijkt op het eerste gezicht precies hetzelfde. Maar de Sundalandpanters zijn over het algemeen donkerder en ook het vachtpatroon kent verschillen. De Sundalandpanters vertonen meer aparte vlekken in de grote wolkachtige patronen. Een ander verschil vormen de hoektanden. Viel de nevelpanter van het vaste land al op door de lange hoektanden, die van de Sundalandpanters zijn nog iets langer.
De Sundalandpanters komen voor in de regenwouden van Sumatra (incl. de Batu eilanden en wellicht ook nog op Java) en het eiland Borneo (Maleisië, Brunei en Indonesië).
Hoogte:
Het leefgebied (homerange) van de dieren is groot; dat geeft dat er relatief weinig dieren in een gebied kunnen leven.
Onbekend.
Net als de nevelpanter van het vaste land leven ook Sundalandpanters een teruggetrokken bestaan en is er weinig over hen bekend. Lange tijd is gedacht dat de dieren vooral in de nacht actief waren. Maar onderzoeken middels cameratraps hebben aangetoond dat de dieren wel degelijk ook overdag actief zijn. In tegenstelling tot de nevelpanter van het vaste land, die veel tijd in bomen doorbrengt, begeven Sunda’s zich vaker op de grond. Net als de nevelpanters van het vaste land zijn ook de Sundalandpanters uitstekende klimmers, uitgerust met dezelfde korte, flexibele, grote poten met scherpe klauwen. Omdat ze een groot gedeelte van de tijd in bomen doorbrengen, is hun Indonesische naam ‘rimau-dahan’; vrij vertaald ‘boom tijger’.
Ook Sundalandpanters spinnen. Hierdoor zouden ze eigenlijk tot de kleine kattensoorten gerekend moeten worden maar toch worden ze vaak onder de grote katten geschaard.
Het meeste wat we van deze dieren weten, komt middels geplaatste cameratraps. In dit filmpje kun je mooie beelden zien.
Zoals gezegd is veel nog onbekend van dit dier. Wat onderzoekers nu weten is dat een Sundalandpanter 1-5 jongen krijgt na een draagtijd van ca. 85-95 dagen. Meestal zijn dat er twee. Een filmpje van een moeder met jong is hier te zien. Na ongeveer tien maanden zijn de dieren zelfstandig en echte volwassenheid wordt na ongeveer twee jaar bereikt.
Wat men tot nu toe heeft vastgesteld, is dat de volgende dieren op het menu staan; diverse hertensoorten die in de tropische bossen leven, stekelvarkens, wilde zwijnen en kleinere apensoorten.
Hoewel de dieren veelal in de nacht jagen, lijkt het erop dat in gebieden waar geen andere grote katachtigen leven, de jacht ook gewoon overdag plaatsvindt.
IUCN Rode Lijst: Vulnerable (kwetsbaar).
CITES Appendix: I.
Dit betekent dat het om een diersoort gaat die met uitsterven wordt bedreigd. Handel in deze diersoort is niet toegestaan (slechts in zeer uitzonderlijke gevallen).
Geschat aantal: ca. 4.500.
Net als bij de nevelpanter van het vaste land is de grootste bedreiging het verlies van leefgebied door ontbossing. Deze ontstaat vooral door aanleg van palmolieplantages. Omdat Sundaland(nevel)panters meer verspreid in hun leefgebied leven dan de nevelpanter van het vaste land, is er ook meer leefgebied nodig om voldoende territoria te kunnen herbergen. Juist vanwege deze eigenschap vormt de ontbossing in zijn leefgebied een grote bedreiging. Uit onderzoek blijkt dat gebieden waar matige houtkap plaatsvindt wel door Sundapanters wordt gebruikt.
Het hart van Borneo is uitgeroepen tot BioHotspot en is officieel beschermd. In de praktijk blijkt bescherming echter moeilijk, zeker omdat Indonesië zijn hoofdstad, Jakarta, wil verplaatsen naar Borneo. Er zijn ook veel werkzaamheden aan wegen zoals de aanleg van de Pan Borneo Highway en the Trans-Sumatra Highway. Natuurbeschermers stellen dat middels dit soort ontwikkelingen, de populatie Sundalandpanters wel tot 63% kan afnemen.
Een andere belangrijke bedreiging voor dit dier is illegale handel. Zijn vacht is daarbij zeer geliefd maar ook zijn klauwen en andere lichaamsdelen. Deze worden gebruikt in traditionele Chinese medicijnen (TCM) als vervanging van de tijger.
Er worden twee ondersoorten erkend. Klik hier voor een overzicht.
Wil je een spreekbeurt over de Sundalandpanter?
Klik hier voor ons spreekbeurtmateriaal dat je direct kunt downloaden.
De wilde katachtigen staan op punt van uitsterven. Dat mogen we niet laten gebeuren. We willen immers een wereld waar generaties na ons nog kunnen genieten van deze prachtige dieren. Help ons en word donateur, adoptieouder of doe een eenmalige gift.
SPOTS bestaat dit jaar 20 jaar. En gedurende het jaar staan we
Contactgegevens
L.P. Van Mallandstraat 46
4754 AP Stampersgat
Telefoon: 06-4094 7232
E-mail: info@stichtingspots.nl