De poema heeft meerdere namen, hij wordt ook wel bergleeuw of zilverleeuw genoemd. De Noord-Amerikanen noemen hem over het algemeen ‘cougar’.
De poema leeft op het continent Amerika en heeft een enorm groot verspreidingsgebied. Hij komt voor van British Columbia in Canada en de VS, via Midden- en Zuid-Amerika tot aan de zuidpunt van Chili.
De poema wordt bewonderd in veel oude culturen. De Inca’s vereerden de poema als God van de tussenwereld. Bij de Indianen betekent een jammerende poema dat de dood op komst is. In Peru hebben de Indianen zelfs een hele stad gebouwd (Cuzco) in de vorm van een poema, omdat ze het als een heilig dier beschouwden.
Uit DNA-onderzoek is gebleken dat de poema nauw verwant is aan de cheeta en de jaguarundi. De poema behoort tot het geslacht Puma.
Puma concolor (concolor betekent éénkleurig)
De poema is een stevige kat, die wel wat weg heeft van een leeuwin. Vandaar dat dit dier soms ‘bergleeuw’ wordt genoemd. De mannetjes zijn groter dan de vrouwtjes en de Noordelijke poema’s zijn wat grijzer dan de Zuidelijke poema’s.
Poema’s hebben sterke poten, waarmee ze ver kunnen springen, maar ook hard kunnen rennen. In een sprint haalt de poema 80 km per uur!
De poema heeft het grootste geografische verspreidingsgebied van alle inheemse landzoogdieren op het westelijk halfrond. Hij komt voor van British Columbia in Canada en de VS, via Midden- en Zuid-Amerika tot aan de zuidpunt van Chili.
De poema is te vinden in diverse leefomgevingen; van droge woestijnen, semi-aride struikgewas en koude naaldbossen tot seizoensgebonden overstroomde savannes en tropische regenwouden, met uitzondering van enkele dichtbevolkte kustgebieden en de hoogste regionen van de Andes.
Gebied & omgeving:
Hoogte:
In het zuiden van Peru zijn waarnemingen gedaan tot op een hoogte van 5800 meter.
De leefgebieden van poema’s variëren binnen hun verspreidingsgebied; gemiddeld van 50 tot 1031 km². De leefgebieden van mannetjes zijn doorgaans twee keer zo groot als die van vrouwtjes in hetzelfde gebied, en overlappen met meerdere vrouwtjes. De grootste territoria zijn aangetroffen in droge gebieden – hier is minder prooi aanwezig en dus moet het dier een grotere leefruimte hebben.
Afbakening van het territorium gebeurt door urine, ontlasting en krabsporen in de bomen langs de grens van het territorium.
Poema’s blijven niet lang op een zelfde plek binnen hun territorium of er moet een grote prooipopulatie zijn.
De poema kan niet brullen, maar is wel in staat tot een scala aan geluiden, waaronder tjilpen, sissen, grommen en fluiten, net als de jaguarundi. De communicatie tussen poema’s lijkt voornamelijk te verlopen via geurmarkering, en ze maken ook ‘schraapsels’ met hun achterpoten, eerst met de ene poot en dan met de andere. Ze herhalen dit proces meerdere keren om een nette hoop puin en/of aarde en parallelle stroken blootliggende aarde te creëren. Dit geeft andere poema’s aan dat hier al iemand leeft. Het leefgebied is verdeeld in een klein rustgedeelte en een groter deel voor de jacht.
Puma’s leven voornamelijk ’s nachts en in de schemering. Ze zijn het meest actief in de schemering en bij zonsopgang. In gebieden waar de prooidieren in de winter naar lager gelegen delen trekken, trekt de poema met de prooidieren mee. De poema heeft maar enkele dagen nodig om het hele territorium te doorkruisen. Ze kunnen goed klimmen en zwemmen als het nodig is.
Behalve wanneer hij zich voedt met grote prooien, slaapt een poema zelden meerdere dagen achter elkaar op dezelfde plek.
Solitair of toch niet
Tot voor kort werd aangenomen dat poema’s alleen voor een paring of territorium gevechten, contact hadden met soortgenoten. Maar uit onderzoek blijkt dat er wel degelijk interactie is tussen poema’s. In de Amerikaanse staat Wyoming, werden dertien poema’s gevolgd met GPS collars en cameratraps. Hieruit bleek dat poema’s regelmatig prooi met elkaar delen en dat dan ook doen met dezelfde poema’s. Ook bleek dat er contact bleef bestaan tussen vrouwtjes en hun jong, ook als die al hun eigen leefgebied hadden. In Chili werden dit soort samenlevingen tussen groepen poema’s ook gesignaleerd.
Poema’s blijken socialer dan gedacht; ze delen bijvoorbeeld soms prooi. Copyright: Mark Ellbroch/Panthera
Poema’s kunnen het hele jaar door paren, maar vertonen normaal gesproken een geboortepuls. De meeste geboortes vinden plaats in de warmere maanden, in Noord-Amerika tussen april en september. De moeder verdedigt de jongen furieus en kan zelfs een grizzlybeer op de vlucht jagen. Dat is goed te zien in dit filmpje.
De poema jaagt vooral op de grond. Hij is echter een goede klimmer en ontsnapt vaak in bomen wanneer hij door honden wordt opgejaagd. De poema jaagt door prooien van dichtbij en van achteren te besluipen en aan te vallen. Hij kan in een sprint wel 80 kilometer per uur halen maar houdt dit niet lang vol. De poema kan grote afstanden afleggen tijdens de jacht. Ze jagen vooral ’s nachts en in de avond- en ochtendschemering.
Poema’s kunnen goed horen en ruiken. Wanneer een prooidier is gevonden, wordt dit van dichtbij besprongen en met een krachtige beet vlak achter de kop gedood. Vervolgens wordt de prooi vaak versleept naar een rustige plek, zodat de poema tijdens het eten zo min mogelijk gestoord kan worden door bijvoorbeeld aaseters als de coyote. Als een grote prooi is gevangen, verbergt de poema die vaak onder bladeren en zand. Het roofdier blijft een paar dagen in de buurt en eet iedere dag een beetje uit deze tijdelijke voorraadkast.
De prooien van de poema variëren van insecten, vogels en muizen tot stekelvarkens, capibara’s, gaffelbokken, elanden, dikhoornschapen en elanden. De poema heeft dus een divers dieet maar hertachtigen vormen zijn belangrijkste prooidieren (zo’n 60-80% van het dieet). Ze kunnen prooien tot zes-zeven keer hun eigen lichaamsgewicht vangen. Het gemiddelde gewicht van de prooi is 39-48 kg. Omdat het dier soms ook jacht maakt op vee van boeren, brengt dat ze soms met mensen in conflict.
De poema werd in de 200 jaar na de Europese kolonisatie uit het grootste deel van de oostelijke helft van de VS uitgeroeid. In Florida is er slechts een geïsoleerd restant van de bedreigde subpopulatie over, waarvan het aantal wordt geschat op 100-180 exemplaren. De populaties poema’s in Noordoost-Canada, het Middenwesten en het oosten van de VS nemen toe, wat wijst op een mogelijke herkolonisatie.
Begin jaren negentig werd de poemapopulatie in Canada geschat op 3500-5000, en op 10.000 in het westen van de VS. De populaties in Midden- en Zuid-Amerika zijn minder bekend en het is onduidelijk hoe talrijk de poema’s zijn in het dichte regenwoud van het Amazonegebied. In Uruguay wordt de poema als ernstig bedreigd beschouwd.
De poema wordt al eeuwenlang intensief bejaagd. In 1930 was hij uitgeroeid ten oosten van de Rocky Mountains in de VS en Canada, met uitzondering van Florida.
De belangrijkste bedreigingen zijn;
Er worden van oudsher heel veel ondersoorten vermeld maar op dit moment worden er door de IUCN zes ondersoorten erkend. Klik hier voor een overzicht.
Wil je een spreekbeurt over de poema houden?
Klik hier voor ons spreekbeurtmateriaal dat je direct kunt downloaden.
Op YouTube zijn diverse filmpjes van de poema te vinden, waaronder deze.
De wilde katachtigen staan op punt van uitsterven. Dat mogen we niet laten gebeuren. We willen immers een wereld waar generaties na ons nog kunnen genieten van deze prachtige dieren. Help ons en word donateur, adoptieouder of doe een eenmalige gift.
In een recente persverklaring (15 juli 2025) kondigde het Ministerie van Bosbouw,
Contactgegevens
L.P. Van Mallandstraat 46
4754 AP Stampersgat
Telefoon: 06-4094 7232
E-mail: info@stichtingspots.nl